sluiten

Journalist Sean Illing: ‘Het tijdperk van stabiele democratie zoals we dat kenden komt denk ik nooit meer terug’

Volgens de invloedrijke Amerikaanse journalist, schrijver en podcastmaker Sean Illing kunnen we er maar beter aan wennen dat de liberale democratie passé is. Het verhaal is in deze tijd belangrijker dan de feiten en alleen pure overtuigingskracht telt. ‘Iedereen kan nu zijn stem laten horen aan een mondiaal publiek, en wat is er democratischer dan dat?’

Text: Casper Thomas

Miljoenen geven de Democraten in de Verenigde Staten eraan uit, een zoektocht naar progressieve influencers die kunnen worden ingezet om het imago van de partij wat op te vijzelen. De overwinning van Donald Trump, zo luidde de diagnose na de vorige verkiezingsnederlaag, was deels het resultaat van het brede netwerk aan podcasters en andere digitale opinievormers dat het Republikeinse verhaal verkondigde of welwillend een platform gaf. En dus willen de Democraten ervoor zorgen dat ze hun eigen spreekbuizen met een miljoenenpubliek hebben. Er zijn inmiddels focusgroepen samengesteld, onderzoeksteams opgestart en commissies aangewezen om geschikte figuren te vinden, allemaal gevoed met de dollars van rijke sponsoren.

‘Ze hebben geen idee’, is de schampere conclusie van de invloedrijke Amerikaanse journalist, schrijver en podcastmaker Sean Illing over de zoektocht naar de ideale Democratische influencer. ‘Ze denken dat je een progressieve evenknie van iemand als Joe Rogan zomaar eventjes kunt creëren door er geld tegenaan te gooien. Maar dat is geen oplossing voor het werkelijke probleem van de Democraten: een gebrek aan verbinding en vertrouwen tussen de partij en de Amerikaanse kiezer. Het kost jaren om zoiets op te bouwen’.

Democratie hoeft niet liberaal te zijn
Dat verlies aan vertrouwen in de Democraten en hun liberaal-progressieve boodschap is voor Illing pars pro toto voor de toestand van de liberale democratie wereldwijd. Overal raken partijen die zich met dit politieke model identificeren steeds meer achterop, net als het vlechtwerk aan principes en instituties waar ze zeggen voor te staan. ‘Het vertrouwen in de journalistiek, in de rechtsorde, in individuele rechten – dit alles is al geruime tijd tanende’, zegt hij.

Maar verwar deze diagnose niet gelijk met de veelgehoorde doemdenkerij over ‘het einde van de democratie’, benadrukt Illing. We komen er volgens hem nu simpelweg achter dat democratie en liberalisme geen onvermijdelijk huwelijk vormen. ‘Liberalisme is slechts één van de afslagen die een democratie kan nemen’, zegt hij. ‘Door democratie gelijk te schakelen met liberale democratie zijn we vergeten dat er ook heel andere uitkomsten mogelijk zijn.’

Illing wil waarschuwen tegen de intellectuele gemakzucht, juist omdat het liberale democratie vatbaar maakt voor krachten die haar proberen af te schaffen. Trump, is zijn conclusie, kon voet aan de grond krijgen mede omdat hij onvoldoende serieus werd genomen door de gevestigde orde. ‘Trump was een middelvinger richting het dominante bestel, en in feite is hij dat nog steeds’.

Relatieve buitenstaander
Illing weet waar hij over spreekt. Hij is zelf een belangrijk knooppunt in de klasse van opiniemakers, gespreksaanjagers en analisten die de grote dubbele beweging van de huidige VS uitpluist: de electorale successen van Donald Trump en het gestuntel aan de andere kant van het politieke spectrum. Hij vond deze roeping relatief laat in zijn loopbaan. Illing doceerde filosofie aan de universiteit en diende in de Amerikaanse luchtmacht. En in tegenstelling tot veel van zijn collega’s woont hij niet in een van de grote steden aan de Amerikaanse oost- of westkust, maar in New Orleans.

Het is die status van relatieve buitenstaander die ervoor zorgt dat Illing zo in trek is. Hij ontvangt denkers van diverse pluimage in zijn veelbeluisterde podcast The Gray Area en hij schreef samen met mediawetenschapper Zac Gershberg een scherp boek getiteld The Paradox of Democracy. Free Speech, Open Media and Perilous Persuasion. Op vrijdag 13 juni houdt hij zijn verhaal voor een keur aan kopstukken uit de Nederlandse mediasector op een conferentie van Stichting Democratie en Media. Zijn centrale boodschap: democratie lijdt onder precies datgene waar het zijn bestaansrecht aan ontleent. De vrijheid om je eigen opvattingen te koesteren en daar ruchtbaarheid aan te geven kan net zo goed worden gebruikt om de democratie te ondergraven.

‘In iedere fase in de geschiedenis van de democratie zie je hetzelfde patroon’, zegt Illing. ‘Telkens doen zich nieuwe manieren voor waarmee mensen hun ideeën en overtuigingen uitwisselen, en telkens leidt dat tot instabiliteit en disruptie. Het begon met de openbare retoriek in het Oude Griekenland, en daarna met massale gedrukte pers, de radio, de televisie, het internet, sociale media en ga zo maar door. Bij iedere revolutie in communicatietechnologie is de vraag gesteld of die geen bedreiging voor de democratie vormt.’

‘Eigenlijk is dat de grote constante’, vervolgt Illing. ‘Een cultuur van open communicatie is de kern van de democratie, veel meer dan zaken als de rechtsorde, onafhankelijke instituties en media als waakhond. Die horen bij een zeer specifieke fase in de geschiedenis van de democratie, die halverwege vorige eeuw begon en de democratie lange tijd stabiel op zijn plaats hield. Nu dat model op zijn einde loopt, neemt de chaos het weer over’. Maar, zo benadrukt hij, dat hoort bij een democratisch bestel. ‘Democratie is geen politiek systeem of een specifieke samenstelling van instituties, maar een cultuur van openbare retorische strijd.’

Onzin en overtuigingskracht
Inmiddels is het ware gezicht van democratie dan ook weer volop zichtbaar, meent Illing, en daarmee ook de grote tegenstrijdigheid. ‘Dankzij technologische ontwikkelingen kan iedereen zijn stem nu laten horen aan een mondiaal publiek, en wat is er democratischer dan dat? Tegelijk staat de deur wagenwijd open voor complotdenkers, provocateurs en oplichters die de democratie aanvallen’, zegt hij. En voor een belichaming van die paradox hoef je niet verder te kijken dan de politieke figuur die ontegenzeggelijk de meeste ogen op zich gericht heeft. ‘Trump verkoopt een hoop onzin, tegelijk is hij een communicator met enorm veel overtuigingskracht’, zegt Illing.

Trumps overtuigingskracht gaat zelfs zo ver, constateert Illing, dat het een klassiek principe van de democratie doet verbleken. ‘Het idee was lange tijd dat politici moesten leveren voor hun achterban, maar Trump lijkt grotendeels immuun voor deze eis.’ Illing noemt de hoge voedselprijzen als voorbeeld. ‘Tijdens de verkiezingen werden die steeds aangevoerd als reden om de Democraten weg te stemmen. Trump zit al even in het zadel en de kosten van, zeg, een doos eieren zijn alleen maar gestegen’, zegt hij. ‘Het lijkt soms alsof we in een post-materiële fase van de politiek terecht zijn gekomen.’

En terwijl Trump en de zijnen soepeltjes profiteren van de premissen van een nieuwe tijd – niemand heeft de waarheid in pacht, het verhaal is belangrijker dan de feiten – bijten de representanten van de oude orde in het stof. Dat geldt voor de Democraten en hun wanhopige zoektocht naar stemmen die de ‘Trumposfeer’ moeten doorbreken, maar ook voor de media die lange tijd een van de pilaren vormden die de liberale democratie overeind hielden, zo concludeert Illing.

Permanent gedestabiliseerd
Willen de voorvechters van de rechtsorde en individuele vrijheid opnieuw een kans maken, dan moeten ze allereerst het verspeelde vertrouwen terug zien te winnen. Hoe precies, dat noemt Illing een van de ‘meest ingewikkelde vragen van deze tijd’. De mogelijke antwoorden komen wat hem betreft in elk geval niet van het rouwen om een tijdperk dat verloren is gegaan. ‘Het tijdperk van stabiele liberale democratie zoals we die kenden, komt denk ik nooit meer terug’, zegt hij. ‘Het gaat nu om de strijd hoe de wereld er daarna uit komt te zien’.

De basis van die wereld is in ieder geval een ‘permanent gedestabiliseerde open mediaomgeving’, stelt Illing, simpelweg omdat ‘het internet niet meer weggaat’. Het idee dat de boodschap van bovenaf – of die nu van de partij, de krant of het individu is – vanzelf wordt aangehoord en opgevolgd past daar niet bij. ‘We moeten de culturele, retorische en maatschappelijke instrumenten ontwikkelen om met die realiteit om te gaan’, zegt Illing. Dat betekent iemand als Trump proberen te evenaren in verbale gewiekstheid want ‘enkel wijzen op de onwaarheden werkt niet’.

Geen gemakkelijke opgave, zo geeft Illing toe, maar wel een die aansluit bij wat democratie in zijn optiek ten diepste is: een open marktplaats van ideeën waar geen hoogdravende zaken als ‘de waarheid’ of ‘de ratio’ overwinnen, maar waar het draait om één ding: pure overtuigingskracht.

Stichting Democratie en Media voert een reeks gesprekken met verschillende denkers over gedeelde werkelijkheid. Daarvan was dit interview de tweede, in samenwerking met Het Financieele Dagblad. Other episodes can you find here . 

 

Stay up to date on new articles in this series?

Enter your email address below and we'll send you an email when new articles in the series on Shared Reality arrive.

delen: