sluiten

Politicoloog Monika Sie: ‘Alleen met een gedeelde identiteit staan we internationaal sterk’

Een gedeelde identiteit is essentieel voor het functioneren van een samenleving, zegt Monika Sie. Volgens de directeur van Instituut Clingendael is juist die vraag – wat is onze eigenheid? – in Nederland en Europa te lang verwaarloosd. ‘Zonder sterke gemeenschap met een gedeelde cultuur, geen sterke democratie.’

Text: Casper Thomas

Het is hoogzomer, aangenaam warm en dus gaan de ramen van Monika Sie’s werkkamer wijd open. De geluiden van Park Clingendael – vogels, kalme voetstappen – klinken. Die serene omgeving van het instituut voor internationale vraagstukken waar Sie leiding aan geeft, staat in contrast met het onrustige land daarbuiten, en de roerige wereld daar weer buiten. Nederland gaat nieuwe verkiezingen tegemoet. Een kabinet dat de uiterst-rechtse voorkeuren van een deel van het Nederlandse electoraat recht moest doen, en tegelijk de basisvoorwaarden van een liberale democratie moest eerbiedigen, bleek een onhoudbaar construct.

En Den Haag zindert nog na van de NAVO-top in juni, toen het krakende defensieverbond in ieder geval voorlopig gestut werd door collectieve toewijding aan hogere defensie-uitgaven. Voor Monika Sie markeerde deze bijeenkomst een omslag die ze al langer terugziet in de bevolkingsonderzoeken die Clingendael doet. Het instituut stelt een hiërarchie op van bedreigingen die Nederlanders ervaren, vertelt ze. Al jarenlang is Nederland verdeeld tussen een groep die zich vooral zorgen maakt over klimaatverandering en een – grotere – groep voor wie irreguliere migratie bovenaan de dreigingenlijst staat. Inmiddels maken burgers zich allemaal zorgen over oorlogsdreiging. De mogelijkheid dat de Amerikanen zich de defensie van Europa niet langer aantrekken, berichten over doorgeknipte zeekabels, de oproep om een noodpakket in huis te halen, het draagt allemaal bij aan dat gevoel. ‘Wat dat betreft is er zeker sprake van een gedeelde werkelijkheid’, zegt Sie. ‘Nederland blijft een zeer verdeeld land, maar mensen vinden elkaar in de vrees voor cyberdreigingen, hybride oorlogsdreigingen en oorlog op het eigen grondgebied. Het is een ontwikkeling die merkbaar is in vrijwel alle westerse samenlevingen’, constateert Sie.

Geopolitieke vakantie
Ook wat betreft het antwoord op oorlogsdreiging is er consensus zichtbaar, zegt Sie. De onderzoeken van Clingendael wijzen op breed draagvlak voor investeringen in de zelfredzaamheid van Europa. ‘Er is een breed gedeelde overtuiging dat we Europa beter bestand moeten maken tegen cyberaanvallen, tegen hybride aanvallen.’ Zelfs de Eurosceptici vinden dat Europese landen moeten investeren in een sterkere defensie zodat we niet nog een keer hoeven te bukken voor Trump. ‘Het einde van de geopolitieke vakantie’, zo omschrijft Sie dit moment.

Tegelijk schuilt achter die nieuwe veiligheidsconsensus weer een nieuwe splijtzwam. Want hoe gaan die extra defensie-uitgaven precies besteed worden? En gaat dat ten koste van sociale voorzieningen die mensen minstens zo belangrijk vinden? Zeker in tijden van hoge inflatie is dat een kwetsbaar punt voor democratieën. Toch hoeven warfare and welfare geen uitruil te zijn, vindt Sie. Een weerbare samenleving vereist immers ook een stevige economische basis voor iedereen. ‘Er is een overgrote meerderheid te vinden voor meer investeringen in een Europese maakindustrie, zodat we voor allerlei strategische goederen niet te afhankelijk zijn van landen die niet het beste met ons voorhebben’, zegt ze. ‘En om die eigen productie op gang te krijgen, zal er meer staatsinterventie nodig zijn. China zit al tijden op die lijn, en ook de VS is bij dit denken aangesloten. Alleen Europa bleef nog hangen in doorgeschoten hyperglobalisering en de overtuiging dat staatssteun taboe is.’

Op dit punt loopt de bestuurlijke elite achter op de gedeelde mening van burgers in Europa, meent Sie. ‘Kiezers hebben al lang door dat investering in eigen technologie en industrie hard nodig zijn, bijvoorbeeld om digitaal meer soeverein te worden.’ Het is volgens haar aan leiders van de Europese democratieën deze omslag ook te maken en in goede banen leiden. ‘Die toegezegde vijf procent aan defensie-uitgaven bieden daarvoor een aanknopingspunt’.

Het grote gevaar is evenwel dat Europese landen een omslag maken op basis van een ‘te eng veiligheidsbegrip’, vervolgt Sie. ‘Het gesprek gaat al snel over bestedingen aan wapens, terwijl bijvoorbeeld de Russische dreiging juist hybride van aard is. Bovendien is er nog een vraag die aan dit alles voorafgaat, een vraag die volgens Sie veel te lang is verwaarloosd. ‘Wat ís het precies dat we willen verdedigen? Wat is onze eigenheid? Zonder een gedeeld idee over wat onze samenleving de moeite van het beschermen waard maakt, kun je ook niet bedenken hoe je dat moet doen. En ook die inhaalslag vereist leiderschap’.

Die kernvraag – wat is nu daadwerkelijk het fundament van de Nederlandse samenleving? – is er een die Monika Sie al langer in de greep heeft. Voordat ze in 2016 aantrad als directeur van Clingendael was ze als directeur van de Wiardi Beckmann Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, verantwoordelijk voor het project ‘Van Waarde’, waarin werd onderzocht waar een sociaaldemocratische partij zich voor moet inzetten. Net zoals Clingendael nu vraagt waar Nederlanders voor vrezen en waar ze hoop uit putten, vroeg de WBS destijds in lange interviews naar waar mensen nu echt gelukkig en ongelukkig van werden. Het was glashelder waar mensen behoefte aan hadden in hun leven, blikt Sie terug. ‘Als je de kleine honderd verhalen die we ophaalden naast elkaar legde kwamen bestaanszekerheid en verbinding naar voren als verreweg het meest belangrijk. En als iets dat in de beleving van mensen maatschappelijk onder druk stond. Zeker na de grootschalige Russische invasie in Oekraïne en de hoge inflatie die daarop volgde, is dat verlangen naar binding en bestaanszekerheid wederom actueel.

Sie zet deze sociaal-maatschappelijke constanten af tegen een andere grote zorg van deze tijd: erosie van democratie en rechtsstaat. De afname van de luisterbereidheid bij de bestuurlijke klasse gaat daaraan vooraf, stelt ze. Als de politiek beter had geluisterd naar zorgen over bestaanszekerheid en gebrek aan sociale cohesie zou het vertrouwen in de democratie niet zo hard afgekalfd zijn, is haar overtuiging. ‘Wat er pas echt verwaarloosd is, is volkssoevereiniteit, wat wil zeggen: mensen een stem geven, luisteren naar wat ze zeggen en daar wat mee doen’. Dit punt, gecombineerd met grote bezuinigingen op defensie, vervreemde haar destijds van de partij waarvoor ze zich inzette. De PvdA had de klachten over wat Sie ‘hyperglobalisering’ noemt eerder onder ogen moeten komen, ook de snelle bevolkingsgroei door migratie. ‘Nu de problemen ook de brede middenklasse insijpelen, agendeerde zelfs de VVD bestaanszekerheid in de vorige verkiezingen’.

Juist deze verwaarlozing van de luisterbereidheid door de politieke bovenlaag heeft onze democratie schade toegebracht, aldus Sie. ‘De basis van een democratie ligt bij een gemeenschap. Die gemeenschap moet niet alleen een politieke gemeenschap en een economische gemeenschap zijn, maar ook een sociale en culturele. Al die aspecten van gemeenschapsvorming zijn in Nederland verwaarloosd. Dat heeft de liberale democratie uiteindelijk op drift doen raken.’ Herstel van de democratische rechtsstaat begint dan ook bij investering in de gemeenschap, want zonder sterke gemeenschap met een gedeelde cultuur geen sterke democratie’, aldus Sie.

Doorgeschoten individualisme
En dat betekent de impuls weerstaan om alle vraagstukken in eerste instantie vanuit mondiaal perspectief te beschouwen, verduidelijkt Sie, en weer op nationaal niveau leren denken. ‘Het idee van de natie, de natiestaat en een nationale identiteit is momenteel louter het domein van uiterst rechts, maar ook progressieven en liberalen moeten hier invulling aan geven.’ Van de Belgische socioloog Mark Elchardus leent Sie het idee dat een collectieve identiteit in twee zaken moet voorzien: ‘Aan de ene kant een gevoel van geborgenheid, het onderdeel zijn van een groter verhaal. En aan de andere kant handelingsvermogen, het idee dat je je ergens ten goede voor kunt inzetten en daarin als gemeenschap resultaten kunt bereiken.’ Volgens Elchardus zijn er door de geschiedenis heen slechts drie collectieve identiteiten geweest die daarin hebben kunnen voldoen: religie, klasse en de natiestaat. Nederland is geen land van één gedeelde religie, en klasse is behoorlijk uit de mode geraakt. ‘Dan blijft de natiestaat over’, zegt Sie. ‘Een invulling daaraan geven is de gedeelde werkelijkheid die een samenleving nodig heeft om te kunnen functioneren. We zijn zo bezig geweest met een Europa van markt en recht dat dit onderdeel van wat een democratie succesvol maakt erbij in is geschoten.’

Is er volgens Sie kortom sprake van doorgeschoten individualisme? ‘Natuurlijk staat individuele vrijheid centraal als kernwaarde van de Europese beschaving. Dat onderscheidt ons precies van alle andere culturen. Alleen moet die individuele vrijheid worden geschraagd door instituties, door gemeenschap. En het is juist dat samenspel, bouwen aan gemeenschappen die individuele vrijheid mogelijk maken, het benoemen van het belang van die gemeenschappen, het zoeken naar gedeelde ervaringen van mensen, dat is wat is verzaakt.

’We zijn zo bezig geweest met een Europa van markt en recht dat het onderdeel van wat een democratie succesvol maakt erbij in is geschoten.’

De meest hapklare optie is gemeenschappen te definiëren op basis van ras of religie, en dat is wat de autoritaire leiders die op verschillende plekken aan de macht zijn doen, ziet Sie. ‘Dat zijn zichtbare categorieën. Veel ingewikkelder is de vraag hoe op een niet-racistische, niet-religieus uitsluitende manier te spreken over waar wij vandaan komen, waar wij voor staan en waar wij heen gaan. We zijn een seculiere, pluriforme samenleving, dus dat exclusieve nationalisme past niet meer bij ons. Hoe daar een collectieve identiteit van te smeden, in Nederland en in Europa, dat is de grote opdracht voor deze tijd. Duidelijk maken waarin we anders zijn dan de Chinese beschaving, anders dan de Amerikaanse beschaving, anders dan islamitische theocratieën aan de rand van Europa. En dan de wereld veilig maken voor deze diversiteit aan beschavingen, zoals Kennedy al zei.’

Gemeenschapsafbakening is ook noodzakelijk om geopolitiek te kunnen overleven, stelt Sie. ‘Er is de afgelopen decennia vooral transnationaal gehandeld, en dat is iets anders dan internationale samenwerking tussen gemeenschappen. Als jouw gemeenschap wordt ondermijnd door het wegvallen van grenzen, de arbeidsmarkt onzeker is geworden door hyperglobalisering, en je je wijk niet meer herkent door massamigratie, dan verdwijnt ook het vermogen om collectief te handelen en anderen te ondersteunen’.

Dat er in de VS nu een president zit die weinig warme gevoelens bij Europa heeft, kan Europese landen helpen om zich opnieuw te beraden waar ze zelf voor staan, denkt Sie. ‘De verwaarlozing van de eigenheid bij liberale elites ging gepaard met een enorme transatlantische passie. Voor deze groep is het nu makkelijker om te benoemen wat de Europese eigenheid is, want ze voelen zich als Atlantici verraden. Tegelijk is er een aanzienlijk deel van de Europeanen dat Trump ziet als een icoon van volkssoevereiniteit en als iemand die verwoordt wat zij ook willen: dat er een eind moet komen aan massamigratie, bijvoorbeeld. En juist omdat de Europese eigenheid is verwaarloosd, wordt Trump dan onthaald als een inspirerend figuur. Dus heel makkelijk is het helaas niet.’

‘Soms helpt het om Europa door de blik van buiten te zien’, vervolgt Sie. ‘In Iran worden homo’s aan de kraan opgehangen enkel omdat ze verliefd zijn. In de VS hebben veel mensen twee of drie banen nodig om bestaanszekerheid te realiseren. Dan realiseer je je dat wij in alle Europese landen rechtsstaten, democratische en seculiere staten hebben en verzorgingsstaten met gematigde ongelijkheid. Als je dat beseft, is er meer dat ons onderling verbindt dan dat ons verdeelt.’

Strongmen
Nu ook de leiders van autoritaire landen steeds vaker bijeenkomen, is het des te noodzakelijker geworden om de eigenheid van Europa te benadrukken, zegt Sie. ‘Die autoritaire strongmen zijn zeer behendig in het benoemen van de collectieve identiteit die zij voor zich zien. De geopolitieke spanningen die dat oplevert vraagt ook hier om Europese volkeren die verenigd zijn, die weten waar ze vandaan komen, waar ze voor staan en waar ze naar toe willen. Want dat geeft handelingsvermogen en macht.’

Om ook op dat front een stap van verdeeldheid naar gedeelde werkelijkheid te zetten, moeten westerse democratieën af van de grote interne polarisatie, aldus Sie. Als het gaat om bedreigingen worden ook steeds meer binnenlandse vijanden aangewezen. ‘Het idee van een enemy from within wordt door de MAGA-beweging in Amerika met kracht uitgedragen en ook in onze bevolkingsonderzoeken zien we dit inmiddels tragischerwijs terug, het idee dat zogenaamde ‘globalisten’ onze gemeenschap hebben ondermijnd. Bij liberalen en progressieven zie je dezelfde overtuiging, maar dan in spiegelbeeld. In hun beleving zijn die uitsluitende nationalisten vaak belangrijker dan de dreiging vanuit Rusland of China.’

‘Juist omdat de Europese eigenheid is verwaarloosd, wordt Trump onthaald als een inspirerend figuur’

De geopolitieke vijanden van de open vrije samenleving profiteren uiteindelijk van deze obsessie met de binnenlandse vijand, concludeert ze. ‘Zij zijn hier de lachende derde. Ze kunnen achteroverleunen, via trollen op sociale media de tegenstellingen voeden, en zien hoe onze westerse samenlevingen van binnenuit worden uiteengereten door polarisatie omdat we zo lang verzaakt hebben te benoemen waar wij samen voor staan en dat met statelijke middelen te beschermen. Nu meerderheden in alle Europese landen de geopolitieke dreiging zien en beseffen dat gerichte Europese samenwerking nodig is, is er een nieuw momentum om een idee van Europa te verwoorden dat de manier van leven in de Europese democratieën beschermt tegen geopolitieke dreigingen, vergaande marktwerking en massamigratie. Het is aan de partijen in het midden om die collectieve identiteit te smeden op basis van een gedeeld samenlevingsideaal, in plaats van mensen uit te sluiten op basis van ras of religie.’

Stichting Democratie en Media voert een reeks gesprekken met verschillende denkers over gedeelde werkelijkheid. Daarvan was dit interview de derde. Other episodes can you find here .

 

Stay up to date on new articles in this series?

Enter your email address below and we'll send you an email when new articles in the series on Shared Reality arrive.

delen: