sluiten

Herdenkingsjaar Slavernijverleden: ‘We moeten de stenen uit het verleden oprapen’

Écht luisteren naar elkaar. Daar draait de Keti Koti Tafel om. In een dialogisch gesprek delen deelnemers hoe de slavernijgeschiedenis en de koloniale verhoudingen nog altijd doorwerken in hun persoonlijke leven. ‘De pijn van het verleden zit nog in velen van ons.’

Tekst: Brechtje Keulen

Wan odi-o wi de bari yu. De zes vrouwen van koor Fri Yeye (‘Vrije Geest’) zetten een welkomstlied in. Een ander brengt een plengoffer: zij loopt met een kalebas in haar handen langs de gedekte tafels en druppelt overal wat water op de grond – een vooroudergebed. Een deel van de bijna honderd mensen aan de Keti Koti dialoogtafel in het Rotterdamse cultureel centrum LantarenVenster neuriet of zingt zachtjes mee met de muziek.

In 2023 was het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft in Suriname en op de Caribische Eilanden.* Tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat op 1 juli 2024 afloopt, werd daarom extra stilgestaan bij de slavernijgeschiedenis, die niet zomaar ophield op het moment van de verbroken ketenen. Ook na de excuses van de Nederlandse regering en de koning kwam een komma, geen punt. Bewustwording, erkenning en heling konden daarna pas echt beginnen.

‘De Keti Koti Tafel is een “nieuwe traditie”, geïnspireerd op de Joodse sedertafel’, vertelt initiatiefnemer Mercedes Zandwijken. Tijdens de sederavond staan Joodse mensen met een reeks rituelen en symbolische gerechten stil bij de uittocht van de Joden uit Egypte. Daarmee kwam een einde aan periode van vierhonderd jaar slavernij. Reflectie is een belangrijk onderdeel van de avond. ‘Zo leren Joodse kinderen van jongs af aan na te denken en te praten over vrijheid en onvrijheid.’

Het is een enorm contrast met hoe dat vroeger bij haar thuis, en misschien wel in de hele maatschappij, ging: over het slavernijverleden – slechts een paar generaties geleden – werd niet gesproken. Ouders probeerden er niet meer aan te denken, maar gaven de sporen die het verleden achterliet, onbewust toch door aan volgende generaties.

‘Ik denk dat veel mensen in de zaal dit gaan herkennen’, zegt Zandwijken. ‘Bij ons thuis werd er altijd in bevelen tegen de kinderen gesproken. “Doe dit, pak dat, ga hierheen.” Een overblijfsel van de instructietaal van de plantages.’ Op verschillende plekken in de zaal wordt instemmend geknikt. ‘Er was geen geweld in huis, maar er werd wel heel veel gedreigd met geweld’, gaat Zandwijken verder. ‘Dan zei mijn moeder: “Als je nu niet komt, dan breek ik al je botten!” Later ben ik erachter gekomen dat er op de plantages een martelmethode bestond waarbij een tot slaaf gemaakte persoon aan een ton werd gebonden en dan van een heuvel afgerold. Daarbij brak iemand al zijn botten.’ Ze laat een stilte vallen. ‘Zo werkt het verleden nog altijd door in het heden. De pijn van het verleden leeft nog in velen van ons. Laten we daarover in gesprek gaan.’

In de handleiding van de Keti Koti Tafel die op tafel ligt, staat een Surinaams spreekwoord: ‘We moeten de stenen uit het verleden oprapen, omdat anders onze (klein)kinderen erover blijven struikelen.’

Foto en coverbeeld: Jakob van Vliet

 

De pijn wegwrijven

Op tafel staan kannen gemberbier en schaaltjes bananenchips. Wie zich als zwart of gekleurd identificeert, zit tegenover een witte gesprekspartner. Iedereen kauwt op kwasi bita, een intens bitter stukje hout dat de bittere smaak van de geschiedenis representeert. De dialoogpartners, die elkaar nog maar net hebben ontmoet, wrijven elkaars polsen in met kokosolie. Zo masseren ze de pijn uit het verleden, die door veel mensen ook nu gevoeld wordt, weg, op de plek waar de ketenen toen schuurden. Het koor zingt het vierhonderd jaar oude en hartverscheurende A boro gron, over een vrouw die zoveel huilde dat haar tranen een steen konden uithollen. Het eindigt met de vraag: ‘Waarom vraagt niemand hoe het met mij gaat?’

‘Ik vond het best een intieme handeling met iemand die je nog niet kent’, vertelt deelnemer Agnes Bos na afloop. ‘Ik had het gevoel dat het ritueel een soort afstandelijkheid doorbrak die je vaak hebt met een onbekende. Ik heb geprobeerd het met veel aandacht te doen, en mijn gesprekspartner – een oudere dame – schoot er echt van vol. Het raakte haar. Ik vond het heel ontroerend om te zien wat een emotie er nu nog bij mensen zit. Het is geen afgeronde periode, maar een ervaring in haar familie die in haar doorleeft. Ik had het idee dat we na dit openingsritueel gemakkelijker persoonlijke dingen konden delen.’

Aan de lange tafels wordt hier en daar gesnikt. Om het verhaal, om de herinneringen, om de prachtige stem van de trotie (solist) van Fri Yeye. ‘Dit kun je niet leren’, fluistert een Surinaamse Nederlander ontroerd. ‘Met zo’n stem word je geboren.’

Stiekem verder praten

Na de openingsrituelen komt het eerste gerecht op tafel: pindasoep. Daarbij komt ook de eerste dialoogvraag, in het thema van de avond: Vooroordelen en Verzet. De vraag luidt: deel een ervaring uit het verleden waarbij je behandeld werd volgens een bepaald vooroordeel of stereotype.

De dialoog is strak georganiseerd om te zorgen dat er echt geluisterd wordt en dat er geen discussie ontstaat maar een werkelijk gesprek. Als de vraag is voorgelezen, krijgt iedereen eerst een minuut stille nadenktijd. Vervolgens mag een van de deelnemers drie minuten lang spreken. Daarna is er weer een minuut stilte, waarna de dialoogpartner twee minuten lang mag reageren. Dan draaien de rollen om. Uiteindelijk wordt er met de hele zaal gereflecteerd: wat deed het met jou? Wat raakte je het meest?

Er wordt een traantje weggepinkt, maar ook gelachen van herkenning als een vrouw zegt: ‘Ik krijg nog vaak te horen dat ik goed Nederlands spreek.’ En er wordt stiekem nog even doorgefluisterd als de spreekminuten voorbij zijn. Het gesprek gaat verrassend gemakkelijk de diepte in en lijkt al snel daadwerkelijk contact tot stand te brengen.

Foto: Yvonne Witte

 

Kloven dichten, wonden helen

Het hoofdgerecht is heri heri, een gerecht dat al op de plantages werd gegeten. Het bestaat uit voedsel waar de tot slaaf gemaakten aan konden komen: bakbananen, cassave, kousenband en bakkeljauw of jackfruit. Tijdens de maaltijd komt de tweede vraag op tafel: conformeer je je weleens aan ideeën over hoe iemand ‘zoals jij’ zich moet gedragen? ‘Discriminatie gaat vaak niet om grote dingen, maar om kleine gebeurtenissen die bij elkaar optellen en zorgen dat je je heel klein gaat voelen’, zegt iemand in de zaal. ‘Je gaat er uiteindelijk zelf in geloven. Ik wil echt niet leven naar die vooroordelen. Als ik hierover nadenk: “Wat is er in al die generaties eigenlijk weinig veranderd.”’

Het concept van de Keti Koti Tafel slaat aan. Bijna veertigduizend mensen hebben inmiddels meegedaan. Vaak wordt een Tafel georganiseerd door organisaties of bedrijven. Vandaag hebben drie Rotterdamse culturele instellingen de handen ineengeslagen. Cobie de Vos, directeur van LantarenVenster, vertelt over de vooroordelen in haar eigen levensverhaal. Birgit Donker, directeur van het Nederlands Fotomuseum, vertelt het verhaal achter enkele sleutelfoto’s uit de Nederlandse fotografiegeschiedenis, die Nederlanders met een migratieachtergrond afbeelden. Samen met het Luxor Theater willen deze instellingen Rotterdammers dichter bij elkaar brengen. Kloven dichten en wonden laten helen.

En de benadering van de Keti Koti Tafel werkt. In het rapport Wat werkt bij het verminderen van discriminatie? van kennisinstituut Movisie werd de benadering genoemd als effectieve interventie in de bestrijding van discriminatie en racisme.

Bitterzoet

We sluiten de avond af met de zoete smaak van bojo, een cake van kokos en cassave, en een krachtige afsluitende vraag: wanneer conformeerde je je juist niet aan andermans verwachtingen? Iedereen in de zaal heeft weleens met vooroordelen te maken gehad, of ze nou over huidskleur, gender, opleidingsniveau of sociale klasse gaan. Die vooroordelen doen bij iedereen pijn. Het gesprek daarover laat je je bewust worden van de pijn die een ander bij zich draagt en de blinde vlekken die je daar misschien voor hebt.

Als het koor het podium verlaten heeft en de deur weer openstaat, zit zeker de helft van de gasten nog aan tafel te praten. Want het gesprek is eigenlijk pas net begonnen.

*Officieel schafte Willem III de slavernij af op 1 juli 1863, maar mensen moesten daarna nog tien jaar voor een schamel loon op de plantages werken.

 

Stichting Democratie en Media steunt Stichting Keti Koti Tafel sinds 2020.

delen: