
Column Ot van Daalen: ‘Wie bezit de drukpersen van nu?’
Stichting Democratie en Media herdenkt elk jaar op 5 februari de mensen die voor Het Parool werkten en door de Duitsers zijn gefusilleerd of gevangengenomen of naar concentratiekampen werden gestuurd. Dit jaar presenteerde SDM tijdens de herdenking een boek over Het Parool in de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen het boek zelf was bijzonder, ook de eerste bladzijde was dat. Die was namelijk gedrukt met een originele drukpers uit de drukkerij waar ook het illegale Parool is gedrukt.
Het zette me aan het denken. Die drukpersen stonden in Nederland en werden beheerd door Nederlanders. Het betekende dat de Duitsers niet op afstand konden controleren wat die drukpersen maakten. Zo konden de medewerkers van het Parool hun verzetskrant ongemerkt verspreiden. Het ging natuurlijk ook af en toe goed mis en dat is de reden dat we 5 februari herdenken. Maar Het Parool bleef bestaan en groeide aan het einde van de oorlog naar een oplage van 100.000 exemplaren.
Hoe anders is dat met de drukpersen van nu. Onze moderne ‘drukpersen’ staan in wat we de ‘cloud’ noemen: grote datacenters vol computers die ergens in een weiland of op een bedrijfsterrein staan. Deze computers worden voornamelijk beheerd door Amerikaanse techgiganten als Microsoft, Amazon en Google. En de verspreiding van informatie loopt via internetverbindingen waarover wij geen zeggenschap hebben: netwerkkabels worden beheerd door commerciële partijen en datastromen kunnen worden gecontroleerd door overheden.
Jarenlang leek dat geen probleem. We dachten dat het niet veel uitmaakte dat de Volkskrant, De Telegraaf of zelfs onze overheidswebsites, ziekenhuissystemen en politiedatabases draaiden op computers die in Amerikaanse handen zijn. De afgelopen jaren hebben we dan ook massaal onze digitale infrastructuur – het kloppend hart van onze samenleving – uitbesteed aan buitenlandse bedrijven. We vertrouwden erop dat alles gewoon zou blijven werken, zolang we de rekening maar betaalden.
Maar nu de geopolitieke verhoudingen veranderen, is het belangrijk om na te denken over wat de gevolgen zijn voor onze digitale autonomie. Niet alleen voor media, maar voor onze hele samenleving. We hebben al gezien dat de eigenaar van een groot technologiebedrijf, Jeff Bezos, er niet voor terugdeinst om invloed uit te oefenen op redactionele besluiten bij The Washington Post. Dit soort inmenging tast de onafhankelijkheid van journalistiek aan.
Wat gebeurt er als eigenaren van techbedrijven hun invloed aanwenden om druk uit te oefenen op Nederlandse media? Of erger nog: wat als buitenlandse overheden via deze techbedrijven toegang krijgen tot onze kritieke infrastructuur? Dat zijn niet alleen overheidsdiensten, ziekenhuizen, energiebedrijven en de politie, maar het is ook de journalistiek – een kritieke infrastructuur voor onze democratie. Het is naïef om te denken dat journalistieke belangen altijd zullen prevaleren boven geopolitieke druk.
Deze ontwikkelingen moeten we vóór zijn. Nederlandse organisaties – niet alleen media, maar alle vitale sectoren – moeten zo veel mogelijk draaien op Nederlandse of Europese infrastructuur, het liefst ook beheerd door onszelf. Op die manier kunnen we druk van buitenaf zo veel mogelijk beperken, en waarborgen we de vrijheid om onze eigen koers te bepalen. Het probleem is alleen dat het op dit moment vrij moeilijk is om dat soort infrastructuur te vinden. Er zijn gewoonweg weinig clouddiensten die in Europese handen zijn én een aanbod hebben dat vergelijkbaar is met dat van Amerikaanse techreuzen.
Een van de redenen dat die Europese clouddiensten er niet zijn, is een gebrek aan Europese investeringen. Daarom mijn advies aan alle organisaties – niet alleen aan mediabedrijven: check de volgende keer dat het servercontract afloopt of er een Nederlandse of Europese optie is. En kies die, ook als het iets duurder of minder gebruiksvriendelijk is. Digitale soevereiniteit heeft een prijs, maar de prijs van afhankelijkheid kan uiteindelijk nog veel hoger zijn.
Als we één les kunnen trekken uit de geschiedenis van Het Parool, dan is het dat onafhankelijkheid begint bij het bezit van je eigen drukpers.