sluiten

Media voor Democratie: ‘De kop is uit het zand’

Op de langste dag van het jaar kwamen honderd invloedrijke mensen uit Nederlandse journalistieke media samen op het evenement Media voor Democratie, georganiseerd door SDM. Een unicum, want niet eerder in de recente geschiedenis kwam zo’n gezelschap bijeen. “De kop is uit het zand,” werd opgemerkt door een deelnemer. “We zien de tekortkomingen binnen de sector, en de noodzaak voor zelfreflectie.” 

Hoofdredacteuren van vrijwel alle Nederlandse nieuwsmedia, CEO’s en COO’s van DPG Media en RTL Nederland, bestuurders van NPO en Mediahuis, ambtenaren van het ministerie van OCW, media-onderzoekers en hoogleraren, fonds-directeuren en kritische columnisten – ze waren er allemaal.

De gedeelde urgentie was voelbaar: hoe kunnen en móeten journalistieke media hun democratische rol beter vervullen nu de wereld ingrijpend aan het veranderen is?

Waarom Media voor Democratie?

Oude antwoorden en opvattingen voldoen niet meer om in te spelen op deze ontwikkelingen. Samen met Stichting ter Bevordering van de Christelijke Pers, Stichting Lux et Libertas, Stichting het Nieuwe Parool en Stichting de Volkskrant faciliteerde Stichting Democratie en Media (SDM) het gesprek.

Omdat wij de statutaire opdracht hebben om bij te dragen aan de publieke meningsvorming ten behoeve van de rechtsstaat en een pluriform medialandschap, en geen enkel ander belang dienen dan dat. Maar ook omdat wij ten diepste geloven dat we alleen verder komen als we gezamenlijk en in alle openheid durven te bespreken waar de schoen wringt.

Foto: Anne van Zantwijk

Vijf inzichten

Daarom gingen de deelnemers van Media voor Democratie in deelsessies op zoek naar nieuwe perspectieven en inzichten. Zonder in de journalistieke reflex te schieten om direct oplossingen te formuleren, bespraken we waar we staan, wat er wringt en wat we moeten borgen. Vijf thema’s springen eruit.

1. Het publiek moet meer centraal komen te staan

De journalistiek moet ‘publiekswijzer’ worden, en beter begrijpen en doorvoelen wie hun publiek is en wat die nodig heeft. Zoals een deelnemer opperde: “Misschien moeten we wel in relatietherapie.” Niet alleen met ‘het publiek’, maar met allerlei groepen binnen dat publiek (met name jongeren). Die zoeken herkenning en erkenning, transparantie en oprechte verbondenheid. “En dat vergt een open en mensgerichte focus van de journalistiek, waarbinnen zorg, emotie en liefde ook een plek hebben.” Hoopvol is dat journalisten hierbij terug kunnen vallen op een rijke traditie met old school skills om in contact te blijven met bronnen en netwerken.

2. Meer aandacht voor de waarde van journalistiek

Journalisten moeten hun succes anders gaan formuleren: van een eenzijdige focus op volume en prijs (en altijd ‘meer’) naar een model dat de waarde van hun vak beter laat zien (eerder ‘minder, maar beter’). Bijvoorbeeld door de bijdrage van journalistieke media aan gemeenschapsvorming te erkennen. Hierbijlijkt ook meer ruimte en noodzaak te zijn voor missie-gedreven journalistiek. Zeker als die missie de waarborging van het vrije woord is.

3. We moeten kritisch blijven op ons eigen functioneren

“De kop is uit het zand,” werd opgemerkt door een deelnemer. “We zien de tekortkomingen binnen de sector, en de noodzaak voor zelfreflectie.” Deelnemers toonden in de sessies een kritische houding, waren zelfonderzoekend en oplossingsgericht. Ze geven aan dat een minder arrogante houding nodig is, met meer ruimte voor transparantie en verantwoording. Zonder hierbij overigens concessies te doen aan professionaliteit en geloofwaardigheid van de sector. En dat is een dunne lijn, gezien de vele vormen van ondermijning. Inclusieve redacties zijn nodig om de cultuurveranderingen in de sector te realiseren, wat vaak nog problematisch is.

4. Meer samenwerking is nodig, binnen duidelijkere kaders

Meerdere deelnemers benoemden dat we elkaar als journalisten en mediaprofessionals nodig hebben om onze cruciale rol voor de Nederlandse samenleving te blijven vervullen. Samen vormen we een rijk ecosysteem met zowel commerciële als publieke media, met grote en kleine spelers. Tegelijkertijd concurreren we met elkaar om bezoekers, abonnees en advertenties. En zal druk hierop alleen maar groter worden met de aangekondigde btw-verhogingen en bezuinigingen. Daarom werd door deelnemers gepleit voor enerzijds een duidelijker taakverdeling tussen publiek en privaat, anderszijds meer nadruk op een gevoel van gezamenlijkheid binnen de media sector. “Te veel nadruk op de onderlinge verschillen, te veel zout op slakken en elkaar publiekelijk de maat nemen doen afbreuk aan onze gezamenlijke positie.”

5. De tijd vraagt om sectorbrede noodscenario’s

Journalisten laat zich niet graag insnoeren met wetten en regels. Tegelijkertijd zijn er doembeelden waar de hele sector van huivert. “De eigenaren komen nu nog uit België, maar wat nou als dat China wordt…?” en; “Kunstmatige Intelligentie heeft geen redactiestatuut.” Het hebben van noodscenario’s en het vastleggen van verantwoording lijken dan ook buitengewoon urgent en noodzakelijk. Er zijn investeringen nodig om vrije journalistiek te kunnen blijven garanderen, bijvoorbeeld met juridische hulpverlening en weerbaarheidstrainingen. Tegelijkertijd moet worden opgetreden tegen verkokering en drempels in toegang. Gesproken werd bijvoorbeeld over algoritmeloos toegang en budget om paywalls te doorbreken.

Aftermovie van Media voor Democratie. Beeld: zestien:negen

Dilemma’s

Dat het nodig is dit gesprek te voeren bleek uit de enthousiaste aanwezigheid van de deelnemers, maar ook uit de bijdragen van drie kritische denkers.

Roel Maalderink ging de straat op en liet al voxpoppend het publiek aan het woord. Ondanks dat hij benadrukte dat de mensen in de video niet representatief zijn, kwamen diverse thema’s uit recente wetenschappelijke onderzoeken terug. Zo hoorden we dat vertrouwen niet meer gegarandeerd is (“Alle kranten zijn in handen van een paar mensen en die bepalen wat gezegd mag worden”) en dat nieuwsmijding steeds gewoner wordt (“Ik word er depressief van”). Zorgelijk is hoe ingewikkeld de meeste geïnterviewden het vinden om te bepalen wat journalistiek eigenlijk ís (“Cestmocro en Het Financieele Dagblad allebei, maar misschien is dat inconsequent…?”). Daarbij verwachten sommige geïnterviewden wel dat anderen ‘buiten hun bubbel’ consumeren, maar doen ze dat zelf eigenlijk nooit. In het nagesprek benadrukt Roel dat journalisten meer stelling moet nemen tegen de huidige politiek, en niet te veel moeten meeveren.

Journalist en columnist voor de Financial Times Simon Kuper toonde vanuit zijn internationale ervaring hoe makkelijk het is een democratie te ontmantelen als burgers geen nieuws meer (kunnen) volgen. Wanneer de politiek stelselmatig de geloofwaardigheid van journalisten bevraagt, ontstaat er een frame van onbetrouwbaarheid, wat kan leiden tot zelfcensuur en economische ondermijning. Ook toonde hij, met de BBC als voorbeeld, hoe kwetsbaar een publieke omroep kan zijn als politici zich met benoemingen bemoeien. Tegelijkertijd is hij ook kritisch op de onbenulligheid van veel Nederlandse nieuws en vreest hij dat ook dit een ondermijnend effect heeft. Hij prijst het bestaan van publieke omroepen in Europa, die ruimte geven aan een gedeelde werkelijkheid. Dat in tegenstelling tot de VS. Bekijk hier de hele registratie van Kuper’s bijdrage.

Simon Kuper: PVV en de publieke omroep, wat te verwachten?’ Beeld: zestien:negen

Rechtsfilosoof Maxim Februari beschreef hoe de huidige maatschappelijke veranderingen lijken op het verschuiven van tektonische platen. Soms zichtbaar aan de oppervlakte, maar met name ondergronds wordt grote druk uitgeoefend op de rechtsstaat. En terwijl dat gaande is, lijken journalistieke media vooral druk met onbeduidende zaken. Ze zijn niet in staat de vinger op de juiste zere plekken te leggen en dreigen daardoor hun relevantie en zeggingskracht te verliezen. Hij drukt journalisten op het hart hun publiek serieus te nemen, door zich te richten op de wérkelijke problemen van deze tijd.

Vervolg

We kijken terug op een dag met open gesprekken, zonder verwijten. Met diepte en inzicht in de dilemma’s. Er was herkenning en erkenning voor de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid die we dragen. En uiteindelijk ook meer inzicht in de vraagstukken waar we antwoorden op moeten formuleren.

De antwoorden zijn nog niet concreet en de oplossingen niet direct te implementeren. Feitelijk staan we pas aan het begin van een groot zelfonderzoek naar de (hernieuwde) rol en taak van de journalistiek. De urgentie van dit zelfonderzoek wordt wel breed gevoeld. Als SDM zetten we het gesprek het komende jaar dan ook graag voort, o.a. met onze reflectiebijeenkomsten en wellicht ook een tweede editie van Media voor Democratie in 2025.

Dank

Media voor Democratie was niet mogelijk geweest zonder de inspanningen van Maike Olij, Martha Riemsma, Nienke Meijer, Ila Kasem, Farid Tabarki, Inge Brakman, Yvonne Zonderop en Niels Büller.

Foto: Anne van Zantwijk

“Wat een geweldige dag was het vrijdag! Prikkelend, entertaining en een ontzettende ‘chille vibe’ (zoals mijn zonen zouden zeggen). Ik heb er echt intens van genoten, fijne gesprekken gevoerd en ben weer aan het denken gezet over journalistiek, media en onze rol in de samenleving en democratie.’ – Arne van der Wal, co-hoofdredacteur en medeoprichter van Follow the Money

“Even een korte thank you-note voor afgelopen vrijdag. Het was een goed samenzijn: veel inhoudelijke discussies, goede gesprekken over onderwerpen die besproken moeten worden en vooral een ideeënfestival. Ik voelde me een stuk rijker, na afloop.” – Freek Staps, hoofdredacteur ANP

“Het was een zeer inspirerende dag en toont wederom aan hoe belangrijk de rol is van onafhankelijke journalistiek. En voor ons als publieke omroep geldt dat des te meer! Dank voor de organisatie en het bijeenbrengen. Dat is nodig.” – Frederieke Leeflang, voorzitter Raad van Bestuur NPO

delen: